Als kind geloofde ik in God.
Een mooie God, een helder geloof.
Goed wilde ik zijn,
Jezus als baken.
Dan zou het goed komen,
met mij en de wereld om ons heen.
Mijn persoonlijke keus zou persoonlijke gevolgen hebben
Maar...
Wat voor keus hadden de kinderen in Europa,
die niet voldeden aan het Duitse ideaal?
Wat voor keus hadden de kinderen in Japan,
die in de verkeerde stad woonden?
Wat voor keus had ik
als de koude oorlog warm geworden was?
We leven samen, maar we sterven massaal,
de persoonlijke keus doet er niet toe.
Ik kan niet meer geloven
in de goede gevolgen van de persoonlijke keus.
En daarmee niet in de belofte
en daarmee niet in het geschrevene
en daarmee niet in een persoonlijke God.
Ik heb het vast verkeerd gedaan,
verkeerd begrepen
en verkeerd geïnterpreteerd.
Maar ik kan niet anders.
Het is niet uit onwil maar uit onmacht
dat ik nu twijfel aan elke waarheid
Daarom probeer ik het nu eerst met pu.
Probeer ik eerst te leven met misschien in plaats van zeker.
En misschien,
als ik dat eenmaal kan,
dan kan ik niet uitsluiten
dat ik een onvermijdelijke waarheid tegenkom
waarbij ik niet anders kan dan die te omarmen
Maar tot die tijd God:
vaarwel